Het gaat razendsnel voor Pieter Jennes. Zijn werk oogt zeer toegankelijk, verleidelijk zelfs. Zijn  beeldtaal is veelgelaagd en stemt tot vrolijkheid, zelfs in tijden als deze. Een gesprek met de kunstenaar maakt snel duidelijk dat hij goed weet waarmee hij bezig is.

Pieter Jennes Een verhaal als start, een doel als excuus

Pieter Jennes, An apple can’t be tired (L), 2023, mixed media op papier, 67 x 52 cm, privécollectie VS

An apple can’t be tired

De titel An apple can’t be tired intrigeerde me, samen met het campagnebeeld van de tentoonstelling in de Kortrijkse Paardenstallen, georganiseerd door Be-Part. De beeldtaal sprak me aan. Het oogde een beetje naïef, maar dat was het duidelijk niet. Beslist grappig: een vrouw, ganzen en appels in de nabijheid van een berk, en niet te vergeten, een aan een boom gespijkerd bordje met de boodschap dat hondendrollen opgeruimd moeten worden. Over wat de ganzen achterlieten werd dan weer niets vermeld. Met de nodige nieuwsgierigheid bezocht ik de succesvolle tentoonstelling van Pieter Jennes (1990) meer dan een keer.

Slecht in balsporten

Pas in het eerste leerjaar ontdekte men dat Pieter dyslexie had en dat er iets mis was met zijn dieptezicht. “Daarom ben ik slecht in balsporten,” zegt hij en verwijst me door naar de website badatsports.com. Pieter werkte hard en overwon problemen. Hij ging naar de tekenschool in Ranst, waar hij woonde, want beter nog dan met taal drukte hij zich beeldend uit.

Als achtjarige bezocht hij met zijn ouders het bisschoppelijke paleis van Albi, waar nu het Musée de Toulouse-Lautrec is gevestigd. “Ik onthoud daarvan zalen vol blote vrouwen en een holle wandelstok waarin je sterkedrank kon verstoppen. Ik denk dat de mengeling van jaloezie en afkeuring van mijn ouders een grote indruk op mij heeft gemaakt. Sinds dat bezoek gebruik ik hetzelfde monogram, geïnspireerd op Toulouse-Lautrec, dat hij op zijn beurt haalde bij Japanse meesterprinters en hun stempels op de prenten die hij verzamelde. Ook het Panorama van de Slag bij Waterloo (Domein van de Slag bij Waterloo, Eigenbrakel) heeft mijn kinderhersentjes ernstig doen knetteren.”

Pieter Jennes Een verhaal als start, een doel als excuus

Pieter Jennes

Veranderend kunstenlandschap

Jennes volgde kunsthumaniora bij Sint-Lucas Antwerpen, en trok naar de Antwerpse Academie waar hij zich van 2008 tot 2013 bekwaamde in de schilderkunst onder de begeleiding van Bruno Van Dijck (1953). Van Dijck stond vooral bekend om zijn weergave van het landschap en nam zijn studenten jaarlijks mee om plein-air te schilderen.

Jennes vertelt: “Toen ik begon in 2008 liep je bij vernissageavonden van de ene galerie naar de andere. Er was altijd veel volk op de been. Toen kwam de bankencrisis en was dat allemaal weg. Verschillende galeries kozen ervoor om naar Brussel te verhuizen en tal van kunstenaarsinitiatieven, zoals bijvoorbeeld Voorkamer in Lier, moesten gewoonweg stoppen omdat de financiering wegviel. Ik ben in een zeer mooi kunstenlandschap begonnen, maar bij mijn afstuderen was de situatie helemaal anders.”

In 2012 kreeg Jennes de Schildersprijs van de Academie. Hij wou zeer graag kunstgeschiedenis studeren, maar dat was financieel niet mogelijk en daarom schreef hij zich in voor de curatoriële studies van UGent, KASK en S.M.A.K.. Die werden toen nog geleid door Jan Debbaut (1949). Hij omschrijft het gevat als “praten over de kunstwereld zonder te praten over het kunstwerk. Professioneel gezien was dat erg nuttig en boeiend. Het maakte mij veel minder naïef.” Daarna liep hij een jaar stage bij Witte de With Centrum voor Hedendaagse Kunst in Rotterdam. (Omwille van de koloniale onderdrukking door Witte de With heet het centrum nu Kunstinstituut Melly.) Vervolgens koos Jennes voor het onderwijs, als leraar plastische opvoeding in diverse scholen en in het deeltijds kunstonderwijs.

Wat ik niet wil doen is illustreren, want dat is gevaarlijk. Illustreren op zich is niet gevaarlijk, maar mijn verhaal is er een van verf en is niet bedoeld om iemand te onderwijzen.
Pieter Jennes

Pieter Jennes, World & Image, 2022, olie en collage op doek, 190 x 170 cm Courtesy van de kunstenaar en Nino Mier Gallery

Van lokaal naar internationaal

Zijn eerste tentoonstellingen waren samenwerkingen met andere kunstenaars, bijvoorbeeld bij Lokaal 01 in Antwerpen - helaas ook verdwenen omwille van een gebrek aan financiering. Maar na zes jaar schilderen had hij eigenlijk zijn werk nog niet echt getoond. Een atelier betrok hij in een oude wasserij, waar ook het kunstencentrum Extra City zat. Tom Volkaert (1989), die er eveneens een atelier had, bracht hem in contact met de kunstenaars met IJslandse roots die het ABC Klubhuis openhielden en werk exposeerden. Het initiatief had een erg interessante programmatie. Baldwin Einarsson (1985), een van de initiatiefnemers, zag zijn werk en nodigde hem uit voor een tentoonstelling. Jennes verkocht vlot en trok ook de aandacht van een reeks galeriehouders. Na een expositie in galerie Whitehouse in Lovenjoel, waar vriend en kunstenaar Warre Mulder (1984) hem had geïntroduceerd, koos hij in 2019 definitief voor Gallery Sofie Van de Velde. Vandaag wordt hij in de Verenigde Staten vertegenwoordigd door Nino Mier Gallery en Gallery Vacancy in Shanghai brengt hem straks op de Friezebeurs in Seoel. Jennes is vele mensen uit de kunstwereld erg dankbaar voor de kansen en de steun die hij kreeg en krijgt.

Pieter Jennes

Een verhaal als start, een doel als excuus

In zijn werk vertrekt Pieter Jennes dikwijls van een verhaal, een historisch feit, een gebeurtenis. Zo was het vertrekpunt voor een aantal werken op de tentoonstelling in Kortrijk de zogenaamde Bulldozer Exhibition in Moskou. Een groep kunstenaars, die geen lid waren van de kunstenaarsbond, wilden hun werk tentoonstellen. Ze deden dat op 15 september 1974 op een braakliggend terrein dat deel uitmaakte van een bosgebied. Toen ze goed en wel geïnstalleerd waren, kwam de ‘groendienst’ (in wezen KGB-agenten) met geweld de zaak opruimen, onder meer met bulldozers. Door de felle reacties in de westerse pers mochten de kunstenaars dan toch hun werk tonen, zij het veel minder in aantal door de voorbije destructies.

Om zijn werk te begrijpen, is dat verhaal minder van belang. Het verhaal is slechts een aanleiding om te schilderen. In het brein van de kunstenaar ontwikkelen zich voortdurend nieuwe verhalen die een eigen leven gaan leiden en soms weer refereren naar het oorspronkelijke startpunt. Zo is in een van de schilderijen een werk van Kazimir Malevich (1879-1935) te zien en in een ander verwijst hij naar Picasso’s Guernica met een brandende lamp. Jennes leest en kijkt veel, kent zijn kunstgeschiedenis.

Pieter Jennes

Pieter Jennes, Bewitched, bothered and bewildered, 2022, olie en collage op doek, 200 x 250 cm, privécollectie België Courtesy van de kunstenaar en Gallery Sofie Van de Velde

“Het verhaal geeft mij een einddoel, dat is zoals een pelgrimage doen. De pelgrimage naar Compostella bijvoorbeeld. Niemand spreekt over Santiago zelf, die stad is niet zo fantastisch, maar de weg er naartoe is belangrijk.” Jennes wijst ook op de weg die de Schotse schrijver Robert Louis Stevenson (1850-1894) heeft bewandeld in gezelschap van de eigenzinnige ezelin Modestine. De man deed het uit liefdesverdriet in het laatste kwart van de negentiende eeuw. Het is een van de grote routepaden die aangeduid worden met een rood-wit symbool en dat in meerdere van zijn werken aan bod komt. “Een doel hebben is een excuus om te kunnen vertrekken. Zo gaat dat ook met een verhaal. Het zorgt dat ik een tentoonstelling in mijn hoofd heb en daar naartoe kan werken en afsluiten.

Pieter Jennes

Pieter Jennes, What would it sound like if you were a songwriter, 2022, olie en collage op doek, 180 x 150 cm Courtesy van de kunstenaar en Nino Mier Gallery

Schilderen vanuit zichzelf

Het is zo dat men bij het zien van foto’s van zijn werken wellicht aan een illustratieve manier van werken zal denken, maar wie beter kijkt en met het echte werk geconfronteerd wordt, bemerkt het grote verschil. “Wat ik niet wil doen is illustreren, want dat is gevaarlijk. Illustreren op zich is niet gevaarlijk, maar mijn verhaal is er een van verf en is niet bedoeld om iemand te onderwijzen.”

Veel schilders vertrekken van fotografisch bronnenmateriaal, dat doet hij duidelijk niet. Wellicht heeft zijn werk een zeer persoonlijke signatuur door die consequente houding om vanuit het schilderen en tekenen zelf te vertrekken.

De schilder gebruikt niet enkel verf, hij schroomt niet om bijvoorbeeld ook glitter in zijn werk aan te brengen of glazen parels als waterdruppels te verwerken. Sommige schilderijen zijn als het ware schilderkundige collages, waarbij hij van zelfgemaakte driedimensionale elementen gebruikmaakt. De kunstenaar weet op deze manier een heel eigen, herkenbare wereld op te roepen die ondanks het soms beladen verhaal toch een positieve, optimistisch stemmende indruk achterlaat. Bij de tentoonstelling in Kortrijk kon je echt niet bedrukt buitenkomen.

Pieter Jennes

Pieter Jennes, Barking up the wrong tree, 2023, olie en collage op doek, 190 x 170 cm Courtesy van de kunstenaar en Gallery Vacancy

Vlammende olifanten

Bij mijn bezoek is hij volop bezig met een nieuwe reeks. Aanknopingspunt is de brand in een circus in Berchem in januari 1932. De brand zou aangestoken zijn door een gewezen clown van het circus die bij de concurrentie was gaan werken. Verschillende olifanten werden getroffen door de brand en twee van hen stierven ter plaatse. Ze werden begraven op een plek waar zich nu de ring van Antwerpen bevindt. Bij de aanleg is hun gebeente opgegraven en aan de Luikse universiteit geschonken. Genoeg stof om aan de slag te gaan: de clown wordt eerder een harlekijn en de olifanten gaan een eigen leven leiden. Daarnaast maakt Jennes kleine bronzen olifanten en andere dieren die vlammend door het leven gaan. Zo schept hij driedimensionale beelden die dan weer opduiken in zijn schilderijen. Het is niet de gruwel die hem aantrekt, maar wel beelden als interessante plastische gegevens met bijna filmische eigenschappen. Dat driedimensionale werk was ook verrassend aanwezig in de Kortrijkse tentoonstelling. Met een reeks textiele ganzen in diverse situaties bespeelde hij op een zeer intelligente manier de ruimte.

Ter afwisseling maakt Jennes dan weer etsen gebaseerd op vroegere schilderijen. Zo’n ander medium biedt andere mogelijkheden. Tijdens ons gesprek verwijst hij naar het werk van Edgard Tytgat (1879-1957), van wie hij onlangs een houtsnede aankocht.

Pieter Jennes staat pas aan het begin van een loopbaan als kunstenaar, maar het gaat snel. Zijn positieve ingesteldheid, ongebreidelde interesse, werklust en nieuwsgierigheid staan borg voor een steeds verdere evolutie van zijn creatieve mogelijkheden. “Ik kijk niet alleen naar de plaatjes in de kunstboeken, ik lees ook de teksten,” merkt hij schalks op.

Tentoonstelling

PUBLICATIE: Pieter Jennes: Gezelligheid op een druilerige dag, 2021, Gallery Sofie Van de Velde & Posture Editions

Download hier de pdf

Pieter Jennes.pdf