In dit nummer wordt een boog gespannen van ongeveer een eeuw, gaande van de nabloei van het neoclassicisme tot het begin van het surrealisme in de 20ste eeuw. De gekozen werken zijn afkomstig van openbare verzamelingen; dit betekent dat de keuze niet alleen beperkt is gebleven tot Belgische kunstenaars.
Paul van Ostaijen was de belangrijkste woordvoerder van het modernisme in Vlaanderen. Door zijn belangstelling voor de theoretische fundering van de moderne kunst, zowel literair als plastisch, verleende hij bovendien aan dat modernisme een intellectueel statuut. Het werd hem niet onvoorwaardelijk in dank afgenomen.