Toen een zekere Alfred Van de Walle een terracotta-kop in vrij gehavende toestand aan het voormalige Oudheidkundig Genootschap van Brugge ten geschenke gaf, kon hij nauwelijks vermoeden dat dit kunstwerk het eens tot het vedettestuk van het latere Gruuthusemuseum zou brengen.
Men kan zich haast niet voorstellen dat iemand, die werkelijk van schilderkunst houdt, onverschillig aan Ensor zou kunnen voorbijgaan. Zijn begaafdheid is zo uitzonderlijk en zo groot, dat hij tot de kleine schaar van onvervangbaren wordt gerekend.
In 1952, naar aanleiding van het 350ste geboortejaar van Philippe de Champaigne, werd te Parijs en te Gent een retrospectieve gewijd aan het al te weinig bekende oeuvre van de meester, dat bij het publiek uiteenlopende meningen verwekte.
Vaak is het zo dat het woord 'schilderkunst' onmiddellijk een gedachtenassociatie oproept met 'landschap'. Nochtans zijn er periodes geweest, soms tientallen jaren lang, dat het schilderen van natuur- of stadsgezichten niet bijzonder op prijs werd gesteld.
Veertig jaar geleden, toen ik in Holland studeerde, ontdekte ik voor mijzelf Georges-Hendrik Breitner, de man met de geweldige schildershartstocht, de schilder van de actie, met zijn cavalleriestukken, zijn stadsgezichten van het bezige Amsterdam, met zijn straatmeiden, zijn trampaarden, zijn gebouwen in afbraak, zijn drukke scheepswerven.
Hij die voor het eerst een bezoek brengt aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Brussel, zal er ongetwijfeld zoals in elk groot museum een overweldigende indruk ondergaan. In de eerste plaats wordt hij er geconfronteerd met bekende werken waaraan beroemde en klinkende namen zijn verbonden.
In de Duitse schilderkunst van de 16de eeuw treden twee grote namen naar voren : Albrecht Dürer, geboren in 1471 en Lucas Cranach de Oude, geboren te Kronach (Oberfranken) in 1472. Ze waren dus tijdgenoten, doch Dürer stierf op zevenenvijftigjarige leeftijd, terwijl Cranach eenentachtig jaar werd (hij stierf te Weimar in 1553).
In het jaar 1618 vertrok Theodoor Rombouts naar Rome, waar hij waarschijnlijk tot 1625 verbleef. Daar kwam hij, evenals zovele schilders uit de Nederlanden, sterk onder de invloed van de genrestukken van Caravaggio, die in 1610 te Porto Ercole overleden was.
Honderd jaar geleden werd Ernst Barlach te Wedel in Holstein geboren. In zijn beelden schept Barlach in grote lijnen eenvoudige gestalten. De verhoudingen zijn overzichtelijk en ongecompliceerd. Hij wil zodoende de waarachtigheid van de vorm achterhalen, die op zijn beurt de monumentaliteit van de figuren uitmaakt.
Buiten de in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten aan Botticelli toegeschreven 'Nood Gods' vindt men in de Belgische verzamelingen van deze geniale Florentijn geen enkel werk. Het onderhavig paneel, dat in 1964 door Pierre Bautier aan het Brusselse museum werd geschonken, wordt meestal niet als een origineel beschouwd.
Tegenover de vastleggers van vormen en de scheppers van een stabiele orde hebben in de kunst altijd de rustverstoorders gestaan, de ontbinders van compacte en statische volumes, de doorbrekers van grenzen. Vanuit hun optiek is de constructieve opvatting van het schilderij, met zijn welomschreven vlakken en zijn onwrikbare lijnen, een inbreuk.
Bij de bespreking van een werkstuk uit het genre kunstambacht is het niet ongewoon een deel van de aandacht te besteden aan zijn technologische aspecten. Wanneer het nu gaat om een doek dat versierd is volgens een uitsparingsprocédé, is dat gewoon onontbeerlijk.
Alvorens tot de bespreking van de 'Verduistering' van Picabia over te gaan, is het wel gewenst enkele gegevens over de persoonlijkheid en de loopbaan van deze veelzijdige kunstenaar in herinnering te brengen. Geboren te Parijs, op 22 januari 1879, uit een Franse moeder en een Cubaans genaturaliseerd Spaans edelman, vertoont Picabia aanleg voor tekenen en schilderen.
Temidden van het drukke stadsgewoel heeft het Koninklijk Paleis op de Meir te Antwerpen, achter een sierlijk smeedijzeren hek dat a.h.w. zijn voorgevel beschermt, tot dusver een eerder teruggetrokken bestaan geleid. Alleen op Nieuwjaarsdag en op de feestdagen van de Dynastie werd de poort geopend.
Spanje, inzonderheid Catalonië, heeft aan de moderne kunst van het Westen een twaalftal voortreffelijke schilders en beeldhouwers geschonken en heeft dank zij figuren als Picasso, Gris, Dali, Miró en een schaar jongeren, een onuitwisbare stempel gedrukt op de vorm en op de geest van de artistieke evolutie in de jongste zestig jaar.
De inhoud van het werk uit het museum te Gent bestaat uit drie delen, eerst een voorstelling van de H. Maagd met het Kind Jezus, de H. Barbara en de H. Johannes de Doper; anderzijds de portretten van de schenkers en tenslotte het verband tussen de twee voornoemde groepen. Die drie onderwerpen beantwoordden aan de noden van de vijftiende-eeuwse mens.
Het is misleidend een werk van de Italiaanse kunstenaar Lucio Fontana in Openbaar Kunstbezit voor te stellen, zoals het ook misleidend is het in een museum tussen andere schilderijen te laten zien. Men loopt er gemakkelijk aan voorbij, achteloos, als men het niet bewust om zijn kitschig karakter afwijst.
Aangemoedigd door drukker Edward Ancourt, die hij ontmoet had bij zijn vrienden de gebroeders Natanson, directeurs van de 'Revue Blanche', beoefende Lautrec met volle overgave de steendruk, waarvan hij zich op een verbluffend korte tijd de techniek eigen maakte.
Het kunstwerk van de St.-Martinuskerk te Halle, dat hier wordt besproken is het oudste in ons land bewaard gebleven albasten retabel uitgevoerd zo naar de geest als naar de vorm in de renaissancestijl. Een opschrift meldt dat het geplaatst werd in 1533 en dat het gemaakt werd door 'Jehan Mone Maistre artiste de l'empereur'.
Men betreurt het wel eens dat zo weinig werk van onze schilders ter plaatse bleef en dat veel van wat eens onze kerken sierde in buitenlandse verzamelingen verzeild geraakte. Met dit drieluik is dat niet het geval. Door de loop van de eeuwen heeft de St.-Gommaruskerk deze schat weten te bewaren waarvan zo veel met Lier en zijn geschiedenis verbonden is.
De Spaanse beeldhouwer Miguel Berrocal is onder een bepaald facet een unieke figuur. Berrocal start met ijzersculpturen. Vrij geometrische constructies die het spel van het vlak en de vorm, de leegte en de volte in de ruimte exploiteren.
Pellegrini was een buitengewoon behendig, fantasierijk schilder, vooral befaamd om zijn allegorisch - historische muur -en plafonddecoraties, meestal op doek, voor adellijke verblijven, waarin ook wel portretten voorkomen van opdrachtgevers.
Een typisch Vlaams interieur in Gentbrugge ; de pronkkamer, plastic vlinders op de weelderige planten en de bontbetegelde schoorsteen, plastic bloemen... ; zo is het in het huis waar Jan van den Abeel opgegroeid is. Nogal sterk contrasterend staat in een hoek van de kamer een schildersezel met de opzet voor een nieuw, felgekleurd constructivistisch schilderij.
Het drieluik van 'Het laatste oordeel', een werk van middelmatige grootte, is op het middenpaneel onderaan rechts voluit getekend in gotisch schrift : Jheronimus bosch. Deze handtekening wijkt niet af van de bekende signaturen van deze meester die inderdaad, zoals Van Mander schreef, te 's-Hertogenbosch, omstreeks 1450, geboren werd en er in 1516 overleed.
Toen de Anwerpse schilder René Guiette (1893) in 1925 op de «Exposition Internationale des Arts Décoratifs» te Parijs het «Pavillon de l'Esprit Nouveau» van Le Corbusier had gezien, was zijn beslissing genomen: hij zou bouwen met Le Corbusier.
Elk groepsportret komt tot stand uit de observatie van een aantal individuen, die in een bepaalde verhouding tot elkaar staan. De kunstenaar mag voor die interne ordening van de groep niet onverschillig blijven.
8 november 1948 werd te Parijs de groep Cobra opgericht. Pierre Alechinsky ontdekte deze beweging tijdens een bezoek aan de internationale tentoonstelling van Experimentele Kunst 'La fin et les moyens', in maart 1949 te Brussel en werd meteen lid van de groep.