Marjan Buyle zegt: "Het is een eenzaam beroep". 
En ze zegt: "Je staat er vaak alleen voor, geconfron­teerd met je vermogen en je onvermogen en met een heleboel problemen". Als medewerkster van Monumenten en Landschappen combineert ze de praktijk van het restaureren met de filosofie van het restaureren, en daar schrijft ze soms over: "In een taal die iedereen begrijpen kan. Het is té belangrijk". 

Ze heeft de pest aan auto's. 
Ze vindt dat Vlamingen met te veel nonchalance hun geschied­kundig erfgoed benaderen. 
Het is zelfs negeren ("Engelsen beheersen de kunst van het bewaren. Bewaren de kunst van het bewaren"). Ze verdiept zich graag in historische romans. En ze koestert een Italië-gevoelen. "Komt door mijn opleiding" zegt Marjan Buyle. 

"In Italië wordt kunst verheven tot straatkunst. Wordt het leven zelf een kunst. Deelt iedereen in de kunst". Soms wordt ze zozeer overvallen door dat Italië-­gevoelen, dat ze overhaast bijna de koffers pakt. "Als Italië roept, ga ik". (Lachje) "En als het fluistert sluit ik me op in de keuken. Ben ik uren in de weer met een lasagna van groenten. Of met het bereiden van pasta's. Vroeger kwamen mijn vrienden gewoon meetafelen. Nu delen ze hun verlangens. Ze eten à la carte". In haar hoofd zingen soms de ongeschoolde stemmen van Italiaanse dorpelingen. Ouder­lingen, vrouwen, mannen, kin­deren. Iedereen zingt. Wiegelied­jes. Liefdesliederen. Politieke liederen. Religieuze liederen. 
"Het mysterie van de passie­spelen: echte magie", zegt ze. 

In België is die magie meestal ver zoek. In kerken ondergaat Marjan Buyle wel eens de onmetelijke krachten van het onbestemde. "Ik hou van de schemerige stilte die door een kerk strijkt. 
Dat luistert naar harmonie. 
Dat zijn de zaligste uren om te werken. Bezig zijn in de vierkante millimeter en rondom je de grootsheid van een oceaan weten. De echo van een tik". Ze zegt vaak aan de kathedraal van Antwerpen terug te denken: "Ik zat daar onder de hemel ... Bezig met de restauratie van een plafondschilderij. Zes op acht. Je ziet die kathedraal vanuit een andere hoek en je gaat die kathedraal anders zien en je ziet jezelf ook anders. Je leest de taal van de middeleeuwers. Een taal die beeldend was. Bevattelijk voor iedereen. En toch een taal die zich bedient van kunst". Via haar werk kruipt ze in de kleren van de kunstenaar: "Je wordt middeleeuwer. Je nestelt je in de evolutie van een kunstwerk. Een anoniem kunstenaar verraadt je na eeuwen zoeken en falen. Je leert zijn penseelstreken kennen. Dat is een bijzondere vorm van communicatie. Dat is een heilige vorm van communicatie". 

Het restauratieteam van Monu­menten en Landschappen bestond ooit uit tien leden. Vandaag uit vier. Het lijkt wel een interventieploeg. Een 100. Een muur geeft haar geheimen prijs en de ontdekker vraagt om hulp. "Spannend soms. Laatst kwamen prachtige muurschil­deringen vrij in een herenhuis in Brugge. Alsof ik op mijn adem trapte. Zo mooi. Zo heerlijk mooi. Ondanks de slopende hitte sleep je dan stellingen en materiaal aan. Je zit op Schatteneiland". Ze heeft er de laatste hand aan gelegd. En ze schreef erover. "Je wilt je ervaringen wereldkundig maken. Je wilt iedereen laten meegenieten". Haar handen openen een denkbeeldig boek. "Honger naar vakliteratuur. Honger naar kennis. Je werk in een bredere filosofische context situeren. Met kennis verschalk je je onvermogen. Want ook dat voel je: onvermogen en de spanning om dat onvermogen te overwinnen". Haar blik dwaalt door de Gentse Vooruit: "Er bestaat zo'n uitgebreide vakliteratuur".

Ze volgt colloquia, congressen, cursussen. In binnen- en buitenland. 
Ze verzamelt boeken. Maar haar huis mag sober. Alleen een paar mooie dingen. Daar zingt ze liederen van Bach. Zomaar. 
En omdat ze in het vierstemmig koor van Kantilene zingt. 

Ze lacht. Geen barokke lach. 

Download hier de pdf

Marjan Buyle. De echo van een tik.pdf